zaterdag 15 september 2012

Opties 2.0 – deel 8. Basis Optiestrategie; Short Put.


De originele column is 18 september 2012 gepubliceerd op DFT.nl / Goeroes / Herbert Robijn / Opties 2.0 – deel 8. Basis Optiestrategie; Short Put

Basis optiestrategieën
In mijn vorige column van 7 september, “Basis Optiestrategie; Short Call”, las u over de derde basis optiestrategie, de Short Call.
Vandaag vertel ik u over de vierde basis optiestrategie: de Short Put.

Short Put (verkopen van een Put optie)
Samenstelling
De Short Put bestaat uit één leg (poot); het Verkopen van een Put optie.

Toepassing
Een Short Put is interessant indien u een neutrale koersbeweging en/of een koersstijging van de onderliggende waarde verwacht.
Een Short Put kan ook worden gebruikt voor het verlagen van de aankoopprijs van aandelen.

Investering
Bij een Short Put ontvangt u initiëel geld. De investering bedraagt het aantal contracten dat u verkoopt x de prijs van de Put optie x de contract size. Verkoopt u 4 Put opties voor 6,50 dan ontvangt u 4 * 6,50 * 100 = 2.600 euro.

Margin
De Short Put strategie heeft een margin verplichting. Dit betekent dat u de ontvangen investering niet vrij te besteden heeft en u aanvullend als zekerheid een bepaalde margin dient aan te houden (om mogelijke verliezen in de toekomst vooraf te compenseren).  De Margin verplichting wordt dagelijks berekend en verrekenend. Bij verschillende banken en brokers ook intra-day.

Break-Even-Punt
Op expiratie bereikt u het break-even punt indien de koers van de onderliggende waarde gelijk staat aan de uitoefenprijs minus de prijs die u voor de Put optie heef ontvangen. De Put optie noteert dan namelijk alleen intrinsieke waarde en geen tijdswaarde meer. Daarmee komt uw resultaat op 0.

Winst
Op expiratie maakt u winst bij een koers van de onderliggende waarde boven het break-even punt.

Maximale Winst
De maximale winst bij een Short Put is gelimiteerd tot de ontvangen Put optiepremie. Op expiratie heeft de Put een waarde die gelijk is aan de uitoefenprijs minus de koers van de onderliggende waarde. Indien de koers van de onderliggende waarde op expiratie hoger noteert dan de uitoefenprijs van de Put optie, resteert er geen intrinsieke waarde voor de Put optie. De Put optie loopt dan op 0 af. En u realiseert u uw maximale winst.

Verlies
Op expiratie maakt u verlies bij een koers van de onderliggende waarde beneden het break-even punt.

Maximale Verlies (Risico)
Uw maximale verlies is is gelijk aan de uitoefenprijs van de Put optie minus de aankoop prijs van de Put optie (dus eigenlijk onbeperkt)! Dus hoe lager de koers van de onderliggende waarde, hoe meer de Put optie waard zal zijn. En hoe hoger uw verlies.

Invloed Koers onderliggende waarde (Delta)
Positief. Een Short Put heeft een positieve Delta. Een hogere koers van de onderliggende waarde geeft een lagere Put optiepremie.

Invloed Resterende Looptijd (Theta)
Positief. De tijd werkt in uw voordeel bij de Short Put strategie, omdat de resterende tijdswaarde dagelijks uit de Put optie loopt.

Invloed Volatility (Vega)
Negatief. Een hogere volatility geeft een hogere resterende tijdswaarde aan de Put optie en daarmee een hogere Put optiepremie.

Voordelen
Het voordeel van de Short Put is dat er geen koersverandering nodig is om winst te realiseren. Bij at-the-money en out-the-money Put Opties is een gelijkblijvende koers van de onderliggende waarde al voldoende om het maximale resultaat te behalen.

Nadelen
Het nadeel van de Short Put is dat het maximale verlies “onbeperkt” is.

Voorbeeld
Stel we verkopen een Put optie op de AEX-Index met een uitoefenprijs van 335,00 voor een prijs van EUR 6,50. De AEX noteert op dat moment 335,77.
Eén Put optie geeft een investering van -1 x 6,50 x 100 = - EUR 650.
In deze Put optie premie zit een tijdswaarde van 6,50 (= 100%). Namelijk 6,50 – intrinsiek (= max(0, 335,00 - 335,77)) = 6,50 – 0,0 = 6,50. De koers van de AEX mag op expiratie dalen met 7,27 (van 335,77 naar 328,50 = -2,2%) om break-even te realiseren. Boven de 328,50 realiseren we winst met deze strategie. En boven de 335,00 (= -0,2%) realiseren we de maximale winst met deze strategie.

Op expiratie ziet ons resultaat er dan als volgt uit:

Short Put Simulatie grafiek:

Op de x-as worden verschillende koersniveaus van de onderliggende waarde weergegeven.
Op de y-as wordt het (verwachte) resultaat weergegeven. De blauwe lijn geeft het verwachte resultaat één maand voor expiratie. De rode lijn geeft het resultaat op expiratie.

Valkuilen
De traditionele valkuil voor de particuliere belegger bij Short Puts is om te lang te wachten met het sluiten van de positie en winst of verlies te nemen.



Tot zover de eerste 4 basis optiestrategieën. In een tabel samengevat:

Vervolgens kunnen we deze 4 basis optiestrategieën gaan combineren met een tweede poot. Dit doen we door een andere Call optie of Put optie te kopen of te verkopen. Hierdoor ontstaat een optiestrategie die bestaat uit twee poten (legs). Ook kunnen we opties gaan combineren met het kopen of verkopen van de onderliggende waarde.

Opties 2.0... Optiestrategieën met 2 legs
In deze column hebben we de vierde basis optiestrategie met één poot (single leg) gezien; de Short Put. En wat de toepassing, voor- en nadelen hiervan zijn.
In het volgende artikel gaan we een begin maken met basis optiestrategieën met twee legs (twee poten); we starten dan met Call Spreads en vervolgens gaan we door met Put Spreads, Straddles en Strangles.

Herbert Robijn is oprichter en directeur van FINODEX (www.finodex.com). FINODEX ontwikkelt online beleggingstools voor particuliere en professionele aandelen- en optiebeleggers. Met de tools kunnen beleggers met 1 druk op de knop complete analyses, berekeningen en selecties maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten