donderdag 30 augustus 2012

Opties 2.0 – deel 6. Basis Optiestrategie; Long Put.



Basis optiestrategieën
In mijn vorige column van 23 augustus, “Basis Optiestrategieën”, las u over de 4 basis optiestrategieën. En hebben we de eerste strategie, de Long Call, behandeld.
Vandaag vertel ik u over de tweede basis optiestrategie: de Long Put.

Long Put (kopen van een Put optie)
Samenstelling
De Long Put bestaat uit één leg (poot); het Kopen van een Put optie.

Toepassing
Een Long Put is interessant indien u een (behoorlijke) koersdaling van de onderliggende waarde verwacht. Op expiratie moet deze koersdaling opwegen tegen de tijdswaarde die er in de Put optiepremie zit op het moment van kopen.
Een Long Put is ook interessant als protectie voor uw aandelenportefeuille.

Investering
De investering bedraagt het aantal contracten dat u koopt x de prijs van de Put optie x de contract size. Koopt u 4 Put opties voor 12,50 dan betaalt u 4 * 12,50 * 100 = 5.000 euro.

Margin
De Long Put strategie heeft geen margin verplichting.

Break-Even Punt
Op expiratie bereikt u het break-even punt indien de koers van de onderliggende waarde gelijk staat aan de uitoefenprijs van de Put optie minus de prijs die u voor de Put optie heef betaald. De Put optie noteert dan namelijk alleen intrinsieke waarde en geen tijdswaarde meer. Daarmee komt uw resultaat op 0.
Om het break-even punt te halen heeft u dus altijd een koersdaling van de onderliggende waarde nodig.

Winst
Op expiratie maakt u winst bij een koers van de onderliggende waarde beneden het break-even punt.

Maximale Winst
De maximale winst bij een Long Put is gelijk aan de uitoefenprijs van de Put optie minus de aankoop prijs van de Put optie. Op expiratie heeft de Put een waarde die gelijk is aan de uitoefenprijs minus de koers van de onderliggende waarde. Dus hoe lager de koers van de onderliggende waarde, hoe meer de Put optie waard zal zijn en hoe beter uw resultaat.

Verlies
Op expiratie maakt u verlies bij een koers van de onderliggende waarde boven het break-even punt.

Maximale Verlies (Risico)
Uw maximale verlies is gelijk aan u investering. Indien de koers van de onderliggende waarde op expiratie gelijk of hoger noteert dan de uitoefenprijs van de Put optie, resteert er geen intrinsieke waarde voor de Put optie. De Put optie loopt dan op 0 af. En u bent uw investering kwijt.

Invloed Koers onderliggende waarde (Delta)
Negatief. Een Long Put heeft een negatieve Delta. Een hogere koers van de onderliggende waarde geeft een lagere Put optiepremie.

Invloed Resterende Looptijd (Theta)
Negatief. De tijd werkt in uw nadeel bij de Long Put strategie, omdat de resterende tijdswaarde dagelijks uit de Put optie loopt.

Invloed Volatility (Vega)
Positief. Een hogere volatility geeft een hogere resterende tijdswaarde aan de Put optie en daarmee een hogere Put optiepremie.

Voordelen
Het voordeel van de Long Put is dat de winst naar beneden toe min of meer ongelimiteerd is.
Let op. Een ongelimiteerde winst lijkt leuk. Maar er zit een keerzijde aan. De kans dat u gigantisch winst maakt is zeer beperkt. Ten eerste moet daarvoor de koers van de onderliggende waarde meestal fors dalen. Ten tweede zult u meestal al in een veel eerder stadium winst nemen.

Nadelen
Het nadeel van de Long Put is dat om winst te boeken de koers van de onderliggende waarde op expiratie minimaal moet zijn gedaald met de tijdswaarde die in de aankoopprijs van de Put optie zit op het moment van investeren.

Voorbeeld
Stel we kopen een Put optie op de AEX-Index met een uitoefenprijs van 345,00 voor een prijs van EUR 12,50. De AEX noteert op dat moment 335,77.
Eén Put optie vergt een investering van 1 x 12,50 x 100 = EUR 1.250.
In deze Put optie premie zit een tijdswaarde van 1,23. Namelijk 12,50 – intrinsiek (= 345,00 - 335,77) = 12,50 – 9,23 = 3,27. De koers van de AEX zal op expiratie dus moeten dalen met 3,27 (van 335,77 naar 332,50 = -1%) om break-even te realiseren. Beneden de 332,50 realiseren we winst met deze strategie.

Op expiratie ziet ons resultaat er dan als volgt uit:

Long Put Simulatie grafiek:
Op de x-as worden verschillende koersniveaus van de onderliggende waarde weergegeven.
Op de y-as wordt het (verwachte) resultaat weergegeven. De blauwe lijn geeft het verwachte resultaat één maand voor expiratie. De rode lijn geeft het resultaat op expiratie.

Valkuilen
De traditionele valkuil voor de particuliere belegger bij Long Puts is om ”goedkope” korte termijn out-of-the money Put opties te kopen, in de verwachting (=hoop) dat de koers van de onderliggende waarde tijdig fors gaat dalen. De statistische kans op deze koersdaling voor expiratie is meestal vrij klein. Waardoor deze opties vaak op 0 zullen expireren. Resulterend in 100% verlies. Daalt de koers, dan moet u al een forse procentuele winst realiseren, om de verliezen de vorige/volgende keren te kunnen opvangen. Zie vereenvoudigd rekenvoorbeeld bij Long Calls.


Opties 2.0... Basis Optiestrategie; Short Call
In deze column hebben we de tweede basis optiestrategie met één poot (single leg) gezien; de Long Put. En wat de toepassing, voor- en nadelen hiervan zijn.
In het volgende artikel gaan we in op de derde basis optiestrategie met één leg; we vertellen dan over de Short Call.

Herbert Robijn is oprichter en directeur van FINODEX (www.finodex.com). FINODEX ontwikkelt online beleggingstools voor particuliere en professionele aandelen- en optiebeleggers. Met de tools kunnen beleggers met 1 druk op de knop complete analyses, berekeningen en selecties maken.

vrijdag 24 augustus 2012

Opties 2.0 – deel 5. Basis Optiestrategieën.


De originele column is 23 augustus 2012 gepubliceerd op DFT.nl / Goeroes / Opties 2.0 – deel 5. Basis Optiestrategieën

Basis optiestrategieën
In mijn vorige column van 1 augustus, “De Optie Grieken”, las u over de Moneyness en wat de Optie  Grieken voor u als optiebelegger kunnen betekenen. Met de Optie Grieken kunt u vooruit kijken en het toekomstige gedrag van optieprijzen redelijk te voorspellen.
Vandaag maken we een begin met de basis optiestrategieën. Hoe we opties slim kunnen combineren en wat de voor- en nadelen hiervan zijn.

We gaan uit van twee soorten optietypes, Call en Put opties.
Deze opties kunt u Kopen en Verkopen.
Daarmee creëeren we de eerste 4 basis optiestrategieën:

  • Long Call               (Kopen van een Call optie)
  • Long Put                (Kopen van een Put optie)
  • Short Call              (Verkopen van een Call optie)
  • Short Put               (Verkopen van een Put optie)

Deze 4 basis optiestrategieën behandelen we in de komende 4 columns.
In de column van vandaag beschrijf ik de eerste strategie: de Long Call.

Long Call (Kopen van een Call optie)
Samenstelling
De Long Call bestaat uit één leg (poot); het Kopen van een Call optie.

Toepassing
Een Long Call is interessant indien u een (behoorlijke) koersstijging van de onderliggende waarde verwacht. Op expiratie moet deze koersstijging opwegen tegen de tijdswaarde die er in de Call optiepremie zit op het moment van kopen.
Een Long Call kan ook worden gebruikt als alternatief voor het kopen van aandelen.

Investering
De investering bedraagt het aantal contracten dat u koopt x de prijs van de Call optie x de contract size. Koopt u 4 Call opties voor 12,00 dan betaalt u 4 * 12,00 * 100 = 4.800 euro.

Margin
De Long Call strategie heeft geen margin verplichting.

Break-Even Punt
Op expiratie bereikt u het break-even punt indien de koers van de onderliggende waarde gelijk staat aan de uitoefenprijs van de Call optie + de prijs die u voor de Call optie heeft betaald. De Call optie noteert dan namelijk alleen intrinsieke waarde en geen tijdswaarde meer. Daarmee komt uw resultaat op 0.
Om het break-even punt te halen heeft u dus altijd een koersstijging van de onderliggende waarde nodig.

Winst
Op expiratie maakt u winst bij een koers van de onderliggende waarde boven het break-even punt.

Maximale Winst
De maximale winst bij een Long Call is ongelimiteerd. Op expiratie heeft de Call een waarde die gelijk is aan de koers van de onderliggende waarde minus de uitoefenprijs. Dus hoe hoger de koers van de onderliggende waarde, hoe meer de Call optie waard zal zijn en hoe beter uw resultaat.

Verlies
Op expiratie maakt u verlies bij een koers van de onderliggende waarde beneden het break-even punt.

Maximale Verlies (Risico)
Uw maximale verlies is gelijk aan uw investering. Indien de koers van de onderliggende waarde op expiratie gelijk of lager noteert dan de uitoefenprijs van de Call optie, resteert er geen intrinsieke waarde voor de Call optie. De Call optie loopt dan op 0 af. En u bent uw investering kwijt.

Invloed Koers onderliggende waarde (Delta)
Positief. Een Long Call heeft een positieve Delta. Een hogere koers van de onderliggende waarde geeft een hogere Call optiepremie.

Invloed Resterende Looptijd (Theta)
Negatief. De tijd werkt in uw nadeel bij de Long Call strategie, omdat de resterende tijdswaarde dagelijks uit de Call optie loopt.

Invloed Volatility (Vega)
Positief. Een hogere volatility geeft een hogere resterende tijdswaarde aan de Call optie en daarmee een hogere Call optiepremie.

Voordelen
Het voordeel van de Long Call is dat de winst naar boven toe ongelimiteerd is.
Let op. Een ongelimiteerde winst lijkt leuk. Maar er zit een keerzijde aan. De kans dat u gigantisch winst maakt is beperkt. Ten eerste moet daarvoor de koers van de onderliggende waarde meestal fors stijgen. Ten tweede zult u meestal al in een veel eerder stadium winst nemen.

Nadelen
Het nadeel van de Long Call is dat om winst te boeken de koers van de onderliggende waarde op expiratie minimaal moet zijn gestegen met de tijdswaarde die in de aankoopprijs van de Call optie zit op het moment van investeren.

Voorbeeld (op basis van slotkoersen maandag 20 augustus):
Stel we kopen een Call optie op de AEX-Index met een uitoefenprijs van 325,00 voor een prijs van EUR 12,00. De AEX noteert op dat moment 335,77.
Eén Call optie vergt een investering van 1 x 12,00 x 100 = EUR 1.200.
In deze Call optie premie zit een tijdswaarde van 1,23. Namelijk 12,00 – intrinsiek (= 335,77 – 325,00) = 12,00 – 10,77 = 1,23. De koers van de AEX zal op expiratie dus moeten stijgen met 1,23 (van 335,77 naar 337,00 = +0,4%) om break-even te realiseren. Boven de 337,00 realiseren we winst met deze strategie.

Op expiratie ziet ons resultaat er dan als volgt uit:

Long Call Simulatie grafiek:
Op de x-as worden verschillende koersniveaus van de onderliggende waarde weergegeven.
Op de y-as wordt het (verwachte) resultaat weergegeven. De blauwe lijn geeft het verwachte resultaat één maand voor expiratie. De rode lijn geeft het resultaat op expiratie.

Valkuilen
De traditionele valkuil voor de particuliere belegger bij Long Calls is om ”goedkope” korte termijn out-of-the money Call opties te kopen, in de hoop dat de koers van de onderliggende waarde tijdig fors gaat stijgen. De statistische kans op deze koersstijging voor expiratie is meestal vrij klein. Waardoor deze opties vaak op 0 zullen expireren. Resulterend in 100% verlies. Stijgt de koers, dan moet u al een forse procentuele winst realiseren, om de verliezen de vorige/volgende keren te kunnen opvangen.
Vereenvoudigd rekenvoorbeeld, op de sigarendoos:
Call optiepremie: 1,00
Kans op winst: 20%
Kans op verlies: 80%
Als u in 80% van de gevallen 1,0 verlies (-100%) maakt, dan moet u in die resterende 20% van de gevallen dat u winst maakt, dit verlies compenseren en 4,0 winst boeken (80% * -1,0 + 20% * +4,0 = -0,8 + 0.8 = 0,0) om op lange termijn in ieder geval break-even te spelen. Als u er in dit voorbeeld dus bij een winst van 2,0 uitstapt, maakt u op lange termijn verlies: 80% * -1,0 + 20% * +2,0 = -0,8 + 0.4 = -0,4.


Opties 2.0... Basis Optiestrategie; Long Put
In deze column hebben we de eerste basis optiestrategie met één poot (single leg) gezien; de Long Call. En wat de toepassing, voor- en nadelen hiervan zijn.
In het volgende artikel gaan we in op de volgende basis optiestrategie met één leg; we vertellen dan over de Long Put.

Herbert Robijn is oprichter en directeur van FINODEX (www.finodex.com). FINODEX ontwikkelt online beleggingstools voor particuliere en professionele aandelen- en optiebeleggers. Met de tools kunnen beleggers met 1 druk op de knop complete analyses, berekeningen en selecties maken.


donderdag 2 augustus 2012

Opties 2.0 – deel 4. De Optie Grieken.

De originele column is 1 augustus 2012 gepubliceerd op DFT.nl / Goeroes / Opties 2.0 – deel 4. De Optie Grieken
  
De Grieken
In mijn vorige column van 18 juli, “De Waardering van Opties”, las u over de invloed van de basiskenmerken en de veranderlijke parameters die van invloed zijn op premievorming van opties. Vandaag vertel ik u over de Grieken.

Voordat we met de Grieken beginnen nog even dit. Moneyness.

Moneyness
Een term die regelmatig terugkomt bij opties is moneyness. Moneyness geeft de mate aan waarin een optie intrinsieke waarde bevat.
Er zijn drie stadia van moneyness:
  •  In-The-Money (ITM)
  •  At-The-Money (ATM)
  • Out-The-Money (OTM)

In-The-Money (ITM)
Een Call optie is in-the-money, als de koers van de onderliggende waarde hoger noteert dan de uitoefenprijs van de Call optie.
Een Put optie is in-the-money, als de koers van de onderliggende waarde lager noteert dan de uitoefenprijs van de Put optie.
Deze in-the-money opties hebben dus een intrinsieke waarde plus (beperkte) verwachtingswaarde.

At-The-Money (ATM)
Een optie is at-the-money als de koers van de onderliggende waarde (ongeveer) gelijk is aan de uitoefenprijs van de optie. Dit geldt voor zowel Call opties als Put opties.
Deze at-the-money opties hebben dus (bijna) geen intrinsieke waarde. Maar (bijna) uitsluitend verwachtingswaarde. At-the-money opties hebben de hoogste verwachtingswaarde.

Out-The-Money (OTM)
Een Call optie is out-the-money, als de koers van de onderliggende waarde lager noteert dan de uitoefenprijs van de Call optie.
Een Put optie is out-the-money, als de koers van de onderliggende waarde hoger noteert dan de uitoefenprijs van de Put optie.
Deze out-the-money opties hebben geen intrinsieke waarde en uitsluitend verwachtingswaarde.

Tot zover de moneyness van opties. In een tabel samengevat:

Moneyness
Call optie
Put optie
In-The-Money (ITM)
Koers Aandeel > Uitoefenprijs
Koers Aandeel < Uitoefenprijs
At-The-Money (ATM)
Koers Aandeel = Uitoefenprijs
Koers Aandeel = Uitoefenprijs
Out-The-Money (OTM)
Koers Aandeel < Uitoefenprijs
Koers Aandeel > Uitoefenprijs


Nu snel door naar de Grieken. Wat zijn dat? En wat kan ik er mee, als belegger in opties?

Optie Grieken
Opties zijn gevoelig voor verandering in parameters die van invloed zijn op premievorming (zie mijn vorige column). Wat het extra interessant maakt, is dat je bij opties deze gevoeligheidsfactoren kunt berekenen. Zo kun je vooruitkijken en analyseren hoe de waarde van een optie zal reageren op bepaalde wijzigingen in de parameters die van invloed zijn op premievorming.
Deze gevoeligheidsfactoren noemen we de Grieken. Dit zijn:
-        Delta
-        Gamma
-        Theta
-        Vega
-        Rho

Ik neem de Grieken eens stuk voor stuk door. En ik laat zien, wat ze voor u kunnen betekenen. Dat laatste is wat telt, tenslotte. Nu dus: “what’s in it for me?” met deze Grieken.

Delta
De Delta geeft de gevoeligheid aan van een optie voor verandering in de koers van de onderliggende waarde.
De eenvoudige definitie luidt, dat een Delta van de Optie de theoretische verandering weergeeft in de waarde van een optie bij een punt wijziging in de koers van de onderliggende waarde.
Bijvoorbeeld:
Aandeel XYZ noteert 52,0. Een optie XYZ heeft een waarde van 4,50 en een Delta van 0,62.
De Delta geeft aan dat als het aandeel XYZ een punt stijgt, van 52,0 naar 53,0, de waarde van de optie met de Delta zal veranderen. Dus van 4,50 met 0,62 stijgt naar 5,12.

Call Delta
Call Opties hebben een positieve Delta. Call opties worden meer waard naarmate de koers van de onderliggende waarde verder stijgt.
De Delta van een Call optie ligt tussen de 0 en 100.
Een diepe in-the-money Call optie heeft een Delta van 100. Deze beweegt bijna 1:1 mee met een koersverandering in de onderliggende waarde.
Een at-the-money Call optie heeft een Delta van ongeveer 50. Deze beweegt ongeveer 0,50 mee met 1,0 punt koersstijging.
Een verre out-of-the-money Call optie heeft een Delta richting 0. Deze beweegt dus amper mee met een koersverandering in de onderliggende waarde.

Put Delta
Put Opties hebben een negatieve Delta. Put opties worden meer waard naarmate de koers van de onderliggende waarde daalt.
De Delta van een Put optie ligt tussen de 0 en -100.
Een diepe in-the-money Put optie heeft een Delta van -100. Deze beweegt bijna 1:-1 mee met een koersverandering in de onderliggende waarde.
Een at-the-money Put optie heeft een Delta van ongeveer -50. Deze beweegt ongeveer 0,50 mee met 1,0 punt koersdaling.
Een verre out-of-the-money Put optie heeft een Delta richting -0. Deze beweegt dus amper mee met een koersverandering in de onderliggende waarde.

Wat kan ik met Delta?
Zie hier het voordeel van de Delta. U kunt vooruitkijken wat er met de waarde van een optie gaat gebeuren als de koers van de onderliggende waarde gaat veranderen!
Dit helpt enorm als u naar een optie scherm zit te kijken waarbij u de keuze heeft uit honderden optieseries. Door naar de Delta te kijken per optieserie, krijgt u direct inzicht in hoe de optie ongeveer zal reageren op een verandering in de onderliggende waarde. U kunt zo vooruitkijken. Dit dient u te overwegen voordat u opties gaat beleggen.
Let ook op het verschil in Delta’s van opties met dezelfde uitoefenprijs, maar met een verschillende resterende looptijd.

Op de Sigarendoos
Op de achterkant van de sigarendoos rekenen we als volgt. Stel een aandeel XYZ noteert 52,0. U verwacht dat de koers van XYZ zich richting 54,5 zal ontwikkelen. Dat is een stijging van 2,5 punten. Op de sigarendoos kunt u dan de Delta met het koersverschil van 2,5 vermeningvuldigen. Stel een optie met een waarde van 4,50 heeft een Delta van 0,62. Dan zal met de sigarendoosmethode de optie in waarde stijgen met 2,5 x Delta = 2,5 x 0,62 = +1,55. Dus van 4,50 stijgen met 1,55 naar 6,05.
Op deze manier kunt u eenvoudig verschillende opties doorrekenen. En uw gewenste optie bepalen.
Let op. De Delta is geen vlakke rechte lijn. Deze sigarendoosmethode is niet exact. Maar geeft wel een goede indicatie.
Wilt u het exacter weten, gebruik dan een online Optie Calculator.

Gamma
De Gamma geeft de gevoeligheid aan van de Delta van een optie voor verandering in de koers van de onderliggende waarde. De Gamma is de afgeleide van de Delta.
De eenvoudige definitie luidt, dat een Gamma van de Optie de theoretische verandering weergeeft in de waarde van de Delta van een optie bij 1 punt wijziging in de koers van de onderliggende waarde.
Bijvoorbeeld:
Aandeel XYZ noteert 52,0. Een optie XYZ heeft een waarde van 4,50, een Delta van 0,62 en een Gamma van 0,04.
De Gamma geeft aan dat als het aandeel XYZ een punt stijgt, van 52,0 naar 53,0, de waarde van de Delta van de optie met de Gamma zal veranderen. Dus van 0,62 met 0,04 stijgt naar 0,66.

De Gamma heeft altijd een positieve waarde.

Theta
De Theta geeft de gevoeligheid aan van een optie voor verandering in de resterende looptijd van de optie.
De eenvoudige definitie luidt, dat een Theta van de Optie de theoretische verandering weergeeft in de waarde van een optie indien de resterende looptijd van de optie met 1 dag afneemt.
Bijvoorbeeld:
Aandeel XYZ noteert 52,0. Een optie XYZ heeft een waarde van 4,50 en een Theta van -0,02.
De Theta geeft aan dat als de resterende looptijd afneemt met 1 dag, de waarde van de optie met de Theta zal veranderen. Dus van 4,50 met -0,02 daalt naar 4,48.

De Theta heeft altijd een negatieve waarde. Iedere dag verliest een optie verwachtingswaarde. Naarmate de looptijd verder afneemt, zal de Theta groter worden en de optie per dag meer in waarde afnemen. Totdat op expiratie de opties uitsluitend nog intrinsieke waarde bevatten.

Vega
De Vega geeft de gevoeligheid aan van een optie voor verandering in de Volatility van de optie.
De eenvoudige definitie luidt, dat een Vega van de Optie de theoretische verandering weergeeft in de waarde van een optie bij 1 procent punt wijziging in de Volatility van de optie.
Bijvoorbeeld:
Aandeel XYZ noteert 52,0. Een optie XYZ heeft een waarde van 4,50, een Volatility van 33% en een Vega van 0,10.
De Vega geeft aan dat als de Volatility met 1 procent punt stijgt, van 33% naar 34%, de waarde van de optie met de Vega zal veranderen. Dus van 4,50 met 0,10 stijgt naar 4,60.

De Vega heeft altijd een positieve waarde. De Vega van een Call optie en een Put optie met dezelfde looptijd en uitoefenprijs zijn gelijk. Naarmate de looptijd van een optie afneemt, zal de Vega kleiner worden.

Rho
De Rho geeft de gevoeligheid aan van een optie voor verandering in de rente.
De eenvoudige definitie luidt, dat een Rho van de Optie de theoretische verandering weergeeft in de waarde van een optie bij 1 procent punt wijziging in de rente.
Bijvoorbeeld:
Aandeel XYZ noteert 52,0. Een optie XYZ heeft een waarde van 4,50 en een Rho van 0,06. Rente noteert 0,7%.
De Rho geeft aan dat als de rente met 1,0 procent punt stijgt, van 0,7% naar 1,7%, de waarde van de optie met de Rho zal veranderen. Dus van 4,50 met 0,06 stijgt naar 4,56.

Bij Call opties heeft de Rho een Positieve waarde. Bij Put Opties heeft de Rho een negatieve waarde. Naarmate de looptijd van een optie afneemt, zal de Rho kleiner worden en richting nul bewegen.

Tot zover de Grieken van opties. In een tabel samengevat:

Grieken
Gevoeligheidsfactor
Call optie
Put optie
Delta
Koers onderliggende waarde
Positief
Negatief
Gamma
Delta
Positief
Positief
Theta
1 dag resterende looptijd
Negatief
Negatief
Vega
1 %-punt wijziging Volatility
Positief
Positief
Rho
1 %-punt wijziging Rente
Positief
Negatief



Opties... Basis Optiestrategieën
In deze column hebben we gezien wat de Grieken voor u als optiebelegger kunnen betekenen. We zijn nu in staat om vooruit te kijken en het toekomstige gedrag van optieprijzen redelijk te voorspellen.
In het volgende artikel gaan we in op basis optiestrategieën. Hoe we opties slim kunnen combineren en wat de voor- en nadelen hiervan zijn.

Herbert Robijn is oprichter en directeur van FINODEX (www.finodex.com). FINODEX ontwikkelt online beleggingstools voor particuliere aandelen- en optiebeleggers. Met de tools kunnen beleggers met 1 druk op de knop complete analyses, berekeningen en selecties maken.